De nieuwe regels voor uw pensioen zijn bekend

U en uw eventuele werkgever leggen geld in voor uw pensioen. Dat geld beleggen we voor u. En zo bouwt u een pensioenpot op. Uit uw pensioenpot ontvangt u later de rest van uw leven pensioen.  

Door de nieuwe regels kan uw pensioen sneller omhoog als het goed gaat met de economie, maar ook sneller omlaag als het economisch slechter gaat. We zetten geld opzij als reserve voor mindere tijden. Als u straks met pensioen bent en we verwachten dat uw pensioen omlaag gaat, vullen we uw pensioen zoveel mogelijk aan uit onze reserve. Dit doen we zolang we een reserve hebben. 

Uw pensioenpot beweegt mee met onze beleggingen. Bent u jong, dan beweegt uw pensioenpot meer mee dan wanneer u ouder bent. Dat is niet erg, want u heeft ook meer tijd om een pensioenpot op te bouwen. Hoe ouder u wordt, hoe voorzichtiger we beleggen en hoe minder uw pensioen gaat meebewegen. Zo groeit uw pensioenpot wanneer het kan en wordt uw pensioen zekerder als het moet. 

Als u straks met pensioen bent, blijven we beleggen voor uw pensioenpot. Hierdoor kan de hoogte van uw pensioen ieder jaar iets veranderen. Maar u krijgt altijd pensioen, hoe oud u ook wordt. 

Als u overlijdt, is er nabestaandenpensioen voor uw partner en kinderen:

• Overlijdt u voordat u met pensioen gaat? Dan krijgen uw partner en kinderen een percentage van het salaris waarover u pensioen opbouwt. Dit is 40% voor uw partner en 20% voor uw kinderen. Uw partner krijgt dit pensioen de rest van zijn/haar leven. Uw kinderen krijgen het wezenpensioen tot hun 25ste. Daarnaast ontvangen uw partner en kinderen het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd onder de oude regels. Dit nemen we namelijk mee naar de nieuwe regeling.
• Overlijdt u nadat u met pensioen gaat? Dan is het partnerpensioen afhankelijk van de hoogte van uw eigen pensioen. Als u met pensioen gaat, kunt u zelf kiezen of en hoeveel partnerpensioen uw partner krijgt na uw overlijden. U kunt namelijk nog steeds een deel van uw eigen pensioen uitruilen voor meer partnerpensioen, of andersom. 

Gaat u na de overgangsdatum uit dienst en bouwt u geen pensioen meer bij ons op? Dan is uw nabestaandenpensioen nog maximaal 6 maanden bij ons verzekerd. Daarna niet meer. Het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd onder de oude regels blijft wel staan voor uw partner en kinderen. Ze krijgen geen geld uit de nieuwe regeling. 

Als u een andere baan krijgt, is het nabestaandenpensioen daar waarschijnlijk wel weer geregeld. U kunt er ook voor kiezen om de verzekering van het nabestaandenpensioen bij ons voort te zetten. De inleg (premie) wordt dan betaald uit uw pensioenpot. 

Voor notarissen (zelfstandig en in loondienst) is er onder de oude regels al een arbeidsongeschiktheidspensioen geregeld. Dat blijft zo. Nieuw is dat er straks ook een arbeidsongeschiktheidspensioen is voor medewerkers. Als medewerker krijgt u dus een aanvullende uitkering van ons als u arbeidsongeschikt raakt. Ook blijft u, net als nu, pensioen opbouwen als u volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakt. Het pensioenfonds betaalt de premie over de mate dat u arbeidsongeschikt bent. Dat doen we zolang u arbeidsongeschikt bent, ook als u daarna uit dienst gaat.

De inleg voor pensioen is straks voor alle leeftijden gelijk, net als nu. Maar welk deel van het beleggingsresultaat naar uw pensioenpot gaat, hangt volgens de nieuwe regels wél af van uw leeftijd. Dit is gunstig voor jongeren. Maar dit is minder gunstig als u al langer pensioen heeft opgebouwd. Als dit laatste voor u geldt, dan ontvangt u bij de overgang mogelijk compensatie. 

U krijgt deze compensatie alleen als u tot en met de overgangsdatum pensioen bij ons opbouwt. Stopt u voor die tijd met opbouwen, omdat u van baan verandert of omdat u met pensioen gaat? Dan krijgt u geen compensatie. Gaat u voor of op de overgangsdatum minder werken of gedeeltelijk met pensioen? Dan krijgt u minder compensatie. 

Uw pensioen kan ieder jaar iets veranderen. Uw pensioen kan sneller omhoog als het goed gaat met de economie, maar ook sneller omlaag als het economisch slechter gaat. Als u met pensioen bent, dan beweegt uw pensioen wel zo min mogelijk.  

We hebben afspraken gemaakt om de kans op een lager pensioen zo klein mogelijk te maken. We zetten geld opzij als reserve voor mindere tijden. Als we verwachten dat uw pensioen omlaag gaat, vullen we uw pensioen zoveel mogelijk aan vanuit onze reserve. Dit doen we zolang we een reserve hebben. 

Ook als u met pensioen bent, blijven we voor u beleggen. De hoogte van uw pensioen staat hierdoor niet vast, maar is afhankelijk van onze beleggingsresultaten. Wel beleggen we voorzichtig, zodat de kans dat uw pensioen omlaag gaat zo klein mogelijk is. Ook de gemiddelde levensverwachting en de rente hebben invloed op de hoogte van uw pensioen.  

U krijgt altijd pensioen, hoe oud u ook wordt.  

Toen u met pensioen ging, kon u keuzes maken voor uw partnerpensioen. Aan die keuzes verandert niets. Wél kan het partnerpensioen ieder jaar iets veranderen, net als uw eigen pensioen.   

Het pensioen dat u bij ons heeft staan, zetten we om naar een pensioenpot. Het geld in uw pensioenpot beleggen we voor u. Zo groeit uw pensioenpot. Uit uw pensioenpot ontvangt u later de rest van uw leven pensioen.  

Door de nieuwe regels kan uw pensioen sneller omhoog als het goed gaat met de economie, maar ook sneller omlaag als het economisch slechter gaat. We zetten geld opzij als reserve voor mindere tijden. Als u straks met pensioen bent en we verwachten dat uw pensioen omlaag gaat, vullen we uw pensioen zoveel mogelijk aan uit onze reserve. Dit doen we zolang we een reserve hebben. 

Uw pensioenpot beweegt mee met onze beleggingen. Bent u jong, dan beweegt uw pensioenpot meer mee dan wanneer u ouder bent. Dat is niet erg, want u heeft ook meer tijd om een pensioenpot op te bouwen. Hoe ouder u wordt, hoe voorzichtiger we beleggen en hoe minder uw pensioen gaat meebewegen. Zo groeit uw pensioenpot wanneer het kan en wordt uw pensioen zekerder als het moet. 

Als u met pensioen bent, blijven we beleggen voor uw pensioenpot. Hierdoor kan de hoogte van uw pensioen ieder jaar iets veranderen. Maar u krijgt altijd pensioen, hoe oud u ook wordt. 

Heeft u nabestaandenpensioen opgebouwd onder de oude regels? Dan nemen we dat mee naar de nieuwe regeling. Uw partner en kinderen ontvangen dit pensioen als u overlijdt. Ze krijgen geen geld uit de nieuwe regeling. Als u met pensioen gaat, kunt u zelf kiezen of en hoeveel partnerpensioen uw partner krijgt na uw overlijden. U kunt namelijk nog steeds een deel van uw eigen pensioen uitruilen voor meer partnerpensioen, of andersom.