Woordenboek
A
- Actuele dekkingsgraad
-
Pensioenfondsen hebben een beleidsdekkingsgraad en een actuele dekkingsgraad. De actuele dekkingsgraad is de verhouding tussen:
- het bedrag dat het pensioenfonds moet uitkeren (de verplichtingen)
- het bedrag dat het pensioenfonds in kas heeft (het vermogen)
We bepalen onze actuele dekkingsgraad iedere maand. Hierdoor kan deze behoorlijk schommelen. Met de actuele dekkingsgraad zien we welk effect de economie op ons pensioenfonds heeft. En welk effect financiële ontwikkelingen hebben. Bijvoorbeeld stijgende opbrengsten uit beleggingen of een dalende rente.
Met de actuele dekkingsgraad berekenen we onze beleidsdekkingsgraad.
Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) bepaalt hoe we de (beleids)dekkingsgraad moeten berekenen.
- Anw
-
Als u overlijdt, krijgt uw partner mogelijk een Anw-uitkering van de overheid. Voor de Anw gelden voorwaarden. Wilt u meer weten? Kijk dan op de website www.svb.nl/anw.
- AOW
-
Vanaf uw AOW-leeftijd ontvangt u AOW-pensioen van de overheid. Dit is een basisinkomen. Hoeveel u krijgt, hangt af van uw situatie. Bijvoorbeeld of u wel of geen partner heeft. Wilt u meer weten? Kijk dan op de website van de www.svb.nl/aow.
B
- Bedrijfstakpensioenfonds
-
Dit is een pensioenfonds dat de pensioenregeling voor een hele sector uitvoert. Bij een bedrijfstakpensioenfonds zijn vaak alle bedrijven in een sector verplicht aangesloten.
- Beleidsdekkingsgraad
-
De beleidsdekkingsgraad laat zien of Pensioenfonds Notariaat genoeg geld heeft om de pensioenen nu en in de toekomst te betalen. De beleidsdekkingsgraad is namelijk de verhouding tussen het bedrag dat het pensioenfonds moet uitkeren (de verplichtingen) en het bedrag dat het pensioenfonds in kas heeft (het vermogen).
Bij een beleidsdekkingsgraad van 100% heeft het pensioenfonds precies genoeg geld in kas om de pensioenen te kunnen betalen. Maar er is dan geen geld over om financiële tegenslagen op te vangen.
Wij gebruiken de beleidsdekkingsgraad bijvoorbeeld om te bepalen of we de pensioenen kunnen verhogen met een toeslag. Of dat we de pensioenen moeten verlagen, als de financiële situatie niet goed genoeg is.
De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de actuele dekkingsgraden van de laatste twaalf maanden.
Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) bepaalt hoe we de (beleids)dekkingsgraad moeten berekenen.
- Bewijs van in leven zijn
-
Eén keer per jaar vraagt het pensioenfonds aan alle gepensioneerden die in het buitenland wonen om een 'Bewijs van in leven zijn' (Attestatie de vita). Dit moet worden ingevuld en voorzien van een officiële stempel of verklaring. Deze moet door de ambassade, het consulaat, de burgerlijke stand of door een notaris in het land waar de gepensioneerde woont gegeven worden. Als de attestatie de vita wordt teruggestuurd, zorgen wij voor de doorbetaling van het pensioen.
- Bijzonder partnerpensioen
-
Als u overlijdt, heeft uw ex-partner recht op een deel van het partnerpensioen. Namelijk het partnerpensioen dat u tot uw scheidingsdatum heeft opgebouwd. We noemen dit deel het bijzonder partnerpensioen. De rechten van uw ex-partner worden in mindering gebracht op het partnerpensioen voor uw (eventuele) huidige partner.
C
- Consumentenprijsindex (CPI)
-
Deze index geeft de gemiddelde stijging van prijzen (inflatie) aan. Er bestaan indexen voor verschillende soorten inkomens. De consumentenprijsindex is de belangrijkste en geldt voor alle huishoudens. U vindt deze index in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
- Conversie
-
Het omzetten van pensioen in een ander soort pensioen. Bijvoorbeeld als een deelnemer (werknemer) gaat scheiden. De ex-partner heeft dan recht op een deel van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen van de deelnemer van het pensioenfonds. Als dit deel wordt omgezet naar een eigen pensioen voor de ex-partner, wordt dit wel conversie genoemd.
- Crisisplan
-
In een crisisplan staat beschreven wat het bestuur gaat doen als het pensioenfonds in een crisissituatie terecht komt of dreigt te komen.
D
- Deelnemer
-
In een pensioenregeling spreken wij over deelnemers. Dit zijn werknemers of (kandidaat-)notarissen die een pensioen opbouwen. Voor hen wordt er tijdens hun dienstverband premie betaald aan het fonds. Als iemand uit dienst gaat, maar nog wel pensioen opbouwt, is hij ook een deelnemer.
- Deeltijdpensioen
-
Deeltijdpensioen houdt in dat een deelnemer gedeeltelijk met pensioen gaat. Een werknemer gaat dan bijvoorbeeld twee dagen door met werken en gaat voor drie dagen in de week met pensioen. Hij ontvangt dan pensioen voor die drie dagen en daarnaast nog salaris. Over dit salaris bouwt hij nog pensioen op.
- Dekkingsgraad
-
De dekkingsgraad geeft aan of het pensioenfonds met het huidige kapitaal ook werkelijk alle huidige en toekomstige pensioenen zou kunnen uitkeren. De dekkingsgraad wordt berekend door het vermogen van het pensioenfonds te delen door de huidige en toekomstige pensioenverplichtingen. Dit percentage is de dekkingsgraad.
E
- Ex-deelnemer
-
Dit is iemand die geen pensioen meer opbouwt. Dit is het geval als het deelnemerschap is beëindigd, anders dan door het bereiken van de pensioeningangsdatum of door overlijden. Ex-deelnemers worden ook wel slapers of gewezen deelnemers genoemd.
F
- Franchise
-
Dat is het deel van het salaris waarover geen ouderdomspensioen wordt opgebouwd. Dat is namelijk niet nodig, omdat u naast ouderdomspensioen van Pensioenfonds Notariaat ook AOW van de overheid krijgt. De franchise is dus eigenlijk het deel van het loon waarvoor de AOW al in een pensioen voorziet.
G
- Gemoedsbezwaren
-
Een werkgever of werknemer kan bezwaren hebben tegen de pensioenregeling. Als die ingrijpend zijn, bijvoorbeeld van religieuze aard, noemen wij het gemoedsbezwaren. In dat geval is het mogelijk dat zij niet hoeven mee te doen met de collectieve pensioenregeling. Dat staat zo in de wet. Dat betekent niet dat de werknemer geen premie meer betaalt. Die gaat gewoon door. Die wordt alleen op een andere manier verwerkt. Het geld komt op een soort 'spaarrekening'. Bij pensioen wordt het bedrag aan de werknemer uitbetaald. Of aan zijn nabestaanden als hij eerder is overleden.
- Geregistreerde partner
-
Partners kunnen hun partnerschap laten registreren bij de burgerlijke stand, in plaats van te trouwen. De gevolgen zijn bijna gelijk aan die van een huwelijk. Ook als het gaat om het pensioen. Geregistreerde partners hebben net als echtgenoten recht op partnerpensioen bij overlijden.
- Gewezen deelnemer
-
Dit is iemand die geen pensioen meer opbouwt. Dit is het geval als het deelnemerschap is beëindigd, anders dan door het bereiken van de pensioeningangsdatum of door overlijden. Gewezen deelnemers worden ook wel slapers of ex-deelnemers genoemd.
H
- Huwelijkse voorwaarden
-
Schriftelijke afspraken die u voor of tijdens het huwelijk bij de notaris maakt over wat wel en niet in de huwelijksgoederengemeenschap valt.
I
- Indexatie
-
Om te zorgen dat u in de toekomst nog hetzelfde kunt kopen als nu, wordt uw (opgebouwde) pensioen wanneer mogelijk jaarlijks verhoogd. Deze verhoging is voorwaardelijk. De verhoging is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. Indexatie wordt tegenwoordig ook wel toeslag genoemd.
- Inflatie
-
Inflatie is een waardevermindering die ontstaat door prijsstijgingen. Door een prijsstijging kan een daling van de koopkracht optreden. Dit gebeurt alleen als de lonen procentueel minder snel stijgen dan de prijzen. Geld wordt dan minder waard en dus kan u voor hetzelfde geld minder goederen en diensten kopen.
J
- Jaarfranchise
-
Dat is het deel van het salaris waarover geen ouderdomspensioen wordt opgebouwd. Dat is namelijk niet nodig, omdat u naast ouderdomspensioen van Pensioenfonds Notariaat ook AOW van de overheid krijgt. De franchise is dus eigenlijk het deel van het loon waarvoor de AOW al in een pensioen voorziet.
L
- Loonheffingskorting
-
Als u een uitkering of loon ontvangt, heeft u recht op de zogenoemde `loonheffingskorting'. Door toepassing van deze korting betaalt u minder belasting en premies volksverzekeringen. Meer informatie vindt u op www.belastingdienst.nl.
M
- Middelloon
-
Pensioenfonds Notariaat heeft een middelloonstelsel. Ieder jaar bouwt u pensioen op over een deel van uw bruto salaris. Het totale pensioen dat u zo opbouwt, is de optelsom van al die jaren plus de eventuele verhoging van uw pensioen. Kortom: uw pensioen is gebaseerd op wat u gemiddeld heeft verdiend.
N
- Nabestaandenpensioen
-
In de wet is nabestaandenpensioen een verzamelnaam voor het weduwepensioen, het weduwnaarspensioen, het partnerpensioen en het wezenpensioen. Pensioenfonds Notariaat kent een partnerpensioen en een wezenpensioen.
- Nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK)
-
Het nFTK is het nieuwe toezichtregime op de financiële positie en het financiële beleid van pensioenfondsen. Het nFTK geld sinds 1 januari 2015.
O
- Ombudsman Pensioenen
-
Bij deze ombudsman kan iedereen terecht met klachten en geschillen over de uitvoering van het pensioenreglement van een pensioenfonds. Dit kan pas als men eerst heeft geprobeerd de klacht op te lossen via de klachtenprocedure van het pensioenfonds. Klachten die gaan over het pensioenreglement zelf behandelt de Ombudsman Pensioenen niet.
- Onbetaald verlof
-
De periode waarin u wel in dienst bent bij uw werkgever, maar geen salaris ontvangt. In de meeste gevallen werkt u in deze periode niet. Als u onbetaald verlof neemt, gaat uw pensioenopbouw niet automatisch door. Dit hangt af van het soort verlof en van de arbeidsvoorwaarden tussen u en uw werkgever. Vakantie en zwangerschapsverlof vormen hierop een uitzondering.
- Ouderdomspensioen
-
Het ouderdomspensioen is het belangrijkste onderdeel van de pensioenregeling. Het is een levenslange uitkering die in principe ingaat op de pensioenleeftijd van 67 jaar en stopt als de gepensioneerde overlijdt.
P
- Partner
-
Voor Pensioenfonds Notariaat is uw partner degene met wie u: getrouwd bent, een geregistreerd partnerschap heeft of duurzaam samenwoont. De precieze voorwaarden verschillen per regeling. Lees meer in uw Pensioen 1-2-3.
- Partnerpensioen
-
Dit is de pensioenaanspraak voor de achterblijvende partner na het overlijden van de (gewezen) deelnemer. Het gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de (gewezen) deelnemer is overleden en wordt levenslang aan de partner uitgekeerd.
- Pensioendashboard
-
Met het pensioendashboard kunt u diverse pensioenscenario's doorberekenen. U vindt het pensioendashboard op deze website onder Mijn pensioen.
- Pensioendatum
-
De eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 67 jaar wordt.
- Pensioengevend salaris
-
Het pensioengevend salaris is het deel salaris dat meetelt voor de pensioenberekening. Hoeveel dit is, verschilt per regeling. Lees er meer over in uw Pensioen 1-2-3.
- Pensioengrondslag
-
Dit is het pensioengevend salaris min de franchise (het deel waarover u géén pensioen opbouwt). Met de pensioengrondslag wordt de hoogte van uw pensioen berekend.
- Pensioeningangsdatum
-
De eerste dag met ingang waarvan voor de (gewezen) deelnemer een ouderdomspensioenuitkering van het fonds ingaat.
- Pensioenwet (PW)
-
Wet die de bescherming van pensioenrechten en veiligstelling daarvan voor de werknemers beoogt.
R
- Rekenrente
-
De rekenrente is een fictief rentepercentage waarmee de groei van het pensioenvermogen in de toekomst wordt berekend. Op basis van dit berekende vermogen wordt gekeken of er voldoende geld is om in de toekomst de pensioenuitkeringen te kunnen betalen. De Nederlandsche Bank controleert pensioenfondsen hierop.
- Rendement
-
Het rendement is de opbrengst over het belegd vermogen van het fonds. Het rendement komt uit de stijging van de waarde van de bezittingen. Bijvoorbeeld aandelen en vastgoed. Maar ook uit directe inkomsten zoals rente en dividend en geld uit verhuur van winkels, kantoren en woningen.
S
- Scheiding
-
Onder scheiden verstaat het pensioenfonds een echtscheiding, scheiding van tafel en bed of de verbreking van een geregistreerd partnerschap. Een scheiding heeft gevolgen voor het pensioen. Uw ex-partner heeft onder voorwaarden recht op een deel van het ouderdomspensioen.
- Slaper
-
U bent slaper (ook wel gewezen deelnemer genoemd) als uw deelname aan de pensioenregeling is gestopt omdat u niet langer in het notariaat werkt. U houdt recht op het pensioen dat u heeft opgebouwd, maar bouwt nu geen pensioen meer op bij Pensioenfonds Notariaat.
T
- Te bereiken ouderdomspensioen
-
Het pensioen dat u kunt opbouwen als u tot uw pensioendatum pensioen blijft opbouwen bij Pensioenfonds Notariaat. In het Uniform Pensioenoverzicht dat u ieder jaar ontvangt, staat hoeveel pensioen u heeft opgebouwd en hoeveel u nog kunt opbouwen als u in het notariaat blijft werken.
- Toeslag
-
Om te zorgen dat u in de toekomst nog hetzelfde kunt kopen als nu, wordt uw (opgebouwde) pensioen wanneer mogelijk jaarlijks verhoogd. Deze verhoging is voorwaardelijk. De verhoging is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. Toeslag wordt ook wel indexatie genoemd.
U
- Uitruil
-
Pensioen uitruilen betekent dat u partnerpensioen omzet in extra ouderdomspensioen.
In de regelingen van Pensioenfonds Notariaat kunt u alleen partnerpensioen omzetten in ouderdomspensioen. Dat is zinvol als u geen partner heeft als u met pensioen gaat. Of als uw partner zelf genoeg inkomen en/of pensioen heeft.
- Uniform Pensioenoverzicht
-
U ontvangt elk jaar het Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Op uw UPO ziet u hoeveel pensioen u krijgt bij pensionering en hoeveel uw nabestaanden krijgen als u overlijdt.
V
- Verevening
-
Verevening is de verdeling van het ouderdomspensioen bij scheiding, einde van het geregistreerd partnerschap of einde van het samenwonen.
W
- Waardeoverdracht
-
U verandert van pensioenregeling. Bijvoorbeeld omdat u een nieuwe baan krijgt. U kunt uw opgebouwde pensioen meenemen naar uw nieuwe regeling. We noemen dat waardeoverdracht.
- Wezenpensioen
-
Overlijdt u als u nog pensioen bij ons opbouwt? Dan krijgen uw kinderen wezenpensioen. In het Pensioen 1-2-3 leest u wat de voorwaarden zijn.
- WIA
-
Op 1 januari 2006 is de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO) vervangen door de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). De WIA legt de nadruk op wat mensen tijdens hun ziekte nog wel kunnen op de arbeidsmarkt.